Ronse in de Groote Oorlog.
Net als elke stad, gemeente, of dorp in België ging ook de stad Ronse tijdens de Eerste Wereldoorlog zwaar gebukt onder de Duitse legerlaars. Nog voordat Ronse door de vijandelijke oorlogsmachine werd veroverd, gingen reeds tal van haar dienstplichtige zonen in de eerste dagen van de oorlog de strijd met de Duitsers aan.
In de vroege ochtend van 4 augustus 1914 staken Duitse troepen de grens met België over. Dit was meteen het eerste grote wapenfeit uit de Groote Oorlog. Na bijna drie maanden zware strijd liep het front op 30 oktober '14 vast aan de oevers van de Ijzer. Een vier jaar durende niets of niemand ontziende loopgravenoorlog was begonnen.
In de vroege ochtend van 4 augustus 1914 staken Duitse troepen de grens met België over. Dit was meteen het eerste grote wapenfeit uit de Groote Oorlog. Na bijna drie maanden zware strijd liep het front op 30 oktober '14 vast aan de oevers van de Ijzer. Een vier jaar durende niets of niemand ontziende loopgravenoorlog was begonnen.
Op zondag 23 augustus 1914 werd Ronse via de Steenweg op Leuze door de Duitsers ingenomen. In de namiddag, tussen 13 en 15 uur, onderging de stad een invasie van wel 10.000 tot twaalfduizend troepen van het 1e Duitse leger onder het bevel van Generaal Alexander von Kluck.
Duitse troepenschouwing op de Grote Markt
Tijdens de inname van Ronse viel voor zover geweten "slechts" één slachtoffer te betreuren. De telegrafist van het station, Georges Desmet, werd zittend aan zijn bureel afgeranseld, maar wist in eerste instantie uit de handen van zijn belagers te ontkomen. Hij vluchtte over de spoorweg richting Molendam waar hij door een vijandelijke kogel in de rug werd getroffen. De zieltogende telegrafist kon pas echter in de late namiddag door leden van het Rode Kruis ontzet worden waarna hij naar het burgerlijk hospitaal werd gebracht. Het mocht echter niet baten. Na een operationele ingreep stierf Georges Desmet de dag na de aanval op zijn persoon aan de opgelopen verwondingen.
Een straat in de onmiddellijke nabijheid van de Molendam draagt tot op de dag van vandaag zijn naam.
Een straat in de onmiddellijke nabijheid van de Molendam draagt tot op de dag van vandaag zijn naam.
Het stationsgebouw met op de voorgrond de spoorweg waar Georges Desmet werd neergeschoten
Direct achter het front bevond zich het Etappengebied 4, onder militair bestuur. Hieronder vielen de bezette delen van West-Vlaanderen, en een groot deel van Oost-Vlaanderen. Ronse behoorde de hele bezetting tot het Etappengebied. Alle instellingen van aanzienlijke omvang werden door de bezetter opgeëist.
Scholen werden omgebouwd tot kazernes en lazaretten voor aan het front gewond geraakte Duitse militairen. De gebouwen werden eveneens als uitrustingsoord voor troepen met "kort verlof" gebruikt. De tientallen kleine en grote textielfabrieken en andere bedrijven vielen eveneens onder Duits commando. Het hoeft niet gezegd dat de productie van de fabrieken uitsluitend diende om de Duitse oorlogsmachine te helpen draaiende te houden.
De Etappe organisatie stond eveneens in voor de aan- en afvoer van goederen en militairen van en naar het front, het wegvoeren van krijgsgevangenen naar kampen, en het vervoer van oorlogsbuit naar de heimat. Zoveel als Ronse van weinig strategisch belang was tijdens de eerste oorlogsmaanden, des te groter werd de stad inzake logistieke steun.
In de schaduw van het grotere Oudenaarde werd ook Ronse een belangrijke Duitse garnizoenstad.
Scholen werden omgebouwd tot kazernes en lazaretten voor aan het front gewond geraakte Duitse militairen. De gebouwen werden eveneens als uitrustingsoord voor troepen met "kort verlof" gebruikt. De tientallen kleine en grote textielfabrieken en andere bedrijven vielen eveneens onder Duits commando. Het hoeft niet gezegd dat de productie van de fabrieken uitsluitend diende om de Duitse oorlogsmachine te helpen draaiende te houden.
De Etappe organisatie stond eveneens in voor de aan- en afvoer van goederen en militairen van en naar het front, het wegvoeren van krijgsgevangenen naar kampen, en het vervoer van oorlogsbuit naar de heimat. Zoveel als Ronse van weinig strategisch belang was tijdens de eerste oorlogsmaanden, des te groter werd de stad inzake logistieke steun.
In de schaduw van het grotere Oudenaarde werd ook Ronse een belangrijke Duitse garnizoenstad.
Te Ronse gelegen Duitse garnizoenssoldaten op een foto ter herinnering aan hun verblijf aldaar
Herzog Albrecht Kaserne in de Wolvestraat, het huidige Cultureel Centrum De Ververij
De Tentureries Belges bijvoorbeeld, gelegen in de Wolvestraat, was voor de oorlog één van de grootste Ronsische werkgevers. Tijdens de bezetting werd de fabriek omgevormd tot de Herzog Albrecht Kaserne.
Het machinepark van de "Ververij" werd grotendeels ontmanteld om er paardenstallingen in onder te brengen.
Op het bedrijfsterrein werd zelfs een heuse manege aangelegd. Binnenin de kazerne werden muren volgeschilderd met Duitse, cartooneske taferelen. Aan beide zijden van de ingangspoort werd een stenen adelaar neergepoot om de kracht en de trots van het Duitse Keizerrijk te verheerlijken.
Vandaag de dag staat de site bekend als het Cultureel centrum De Ververij.
HERTOG ALBRECHT VON WÜRTTEMBERG
Albrecht von Württemberg (Wenen 1865- Altshausen 1939) was de commandant van het 4e Duitse Leger en aldus bevelhebber van het Etappengebied 4 waartoe Ronse behoorde. Hij verdiende zijn eerste sporen in de Slag van de Ardennen in augustus 1914. Na enige successen in Frankrijk te hebben genoten werd het 4de Duitse Leger onder zijn commando naar Vlaanderen gezonden om deel te nemen aan de Eerste Slag van de Ijzer, waarbij het Belgisch Leger zich met man en macht als leeuwen tegenover de oprukkende vijand verzette.
Albrecht von Württemberg (Wenen 1865- Altshausen 1939) was de commandant van het 4e Duitse Leger en aldus bevelhebber van het Etappengebied 4 waartoe Ronse behoorde. Hij verdiende zijn eerste sporen in de Slag van de Ardennen in augustus 1914. Na enige successen in Frankrijk te hebben genoten werd het 4de Duitse Leger onder zijn commando naar Vlaanderen gezonden om deel te nemen aan de Eerste Slag van de Ijzer, waarbij het Belgisch Leger zich met man en macht als leeuwen tegenover de oprukkende vijand verzette.
Ronse valt in het water.
Ronsische zonen en vaders streden en vielen aan het IJzerfront in het klein stukje grond in de Westhoek achter de Ijzer, in het vrije België. In Ronse bleven ouders, verloofdes, echtgenotes en kinderen gedurende vier jaar verweesd achter, zonder nieuws van hun beminde soldaten, welke aan de overkant van de ijzer strijd voerden.
Tot overmaat van ramp trad de Molenbeek tijdens de ontzettend koude en vooral natte winter van 1915-1916 uit haar oevers. De laagst gelegen gebieden van de stad, onder andere de Bruul en de Kloef, liepen volledig onder water.
Duitse soldaten waden door het kniehoge water van de overstroomde Bruul tijdens de winter van 1915-1916
- klik op de foto's om een groter formaat weer te geven -
- klik op de foto's om een groter formaat weer te geven -
Fabrice Gaublomme @ Ronse 2014